De culturele achtergrond van het conflict-Kosovo
Aan het begin van de 4e eeuw na Chr. trokken de eerste Slavische (hoewel daarvoor mede mensen de rivier over waren gestoken) volkeren in zuidelijke richting de Donau over. Zij vestigden zich vooral binnen de huidige grenzen van Kroatië en Bosnië. Degenen die niet naar de kust verlangden, trokken de binnenlanden van het oude Joegoslavië binnen. De Slavische stammen kwamen in aanraking met Romeins-Byzantijnse gebruiken en namen enkele daarvan over. Ze verschilden van elkaar door andere gebruiken, geloof, taal en geschiedenis en verenigden zich nog niet. De invloed van Rome en Constantinopel verschilde tevens, waardoor het westelijke deel, bestaand uit Kroatië, Slovenië en Bosnië-Hercegovina katholiek werden, het Latijnse alfabet overnamen en onder het gezag kwamen van de westers georiënteerde Keizer. In het deel van het later enkel nog bestaande Oost-Romeinse Rijk, dat op de Balkan uit Servië, Montenegro, Macedonië en Kosovo bestond, bleven het cyrillische alfabet en het orthodoxe geloof gehandhaafd. De Serviërs namen een gebied in dat tegenwoordig ongeveer gelijk is aan het huidige wanneer de 6e eeuw begon. De Bulgaren, die destijds nog een deel van het vandaag Griekse gebied aan de Egeïsche Zee bezaten, lieten hen nog immer belasting betalen. Deze ‘belastingkoeriers’ maakten destijds tochten door het geannexeerde gebied om de schat aan geld op te halen. Een goed geplande aanval van de kant van de Byzantiërs verschafte de Serviërs vrijheid, hoewel zij nu onder het bestuur van een andere, historische vijand vielen. Door de deels mislukte romanisering van Albanië, het land ten zuiden van Oud-Joegoslavië, en het Oost-Romeinse deel van de Balkan plus het feit dat verscheidene Slaven van verschillende komaf dezelfde gebieden bewoonden, waren opstanden aan de orde van de dag. Stefan Nemanja (zie portret) , wiens voornaam in het Grieks ‘de kroondrager’ betekent, slaagde er als eerste in een Servisch Rijk te stichten, met hemzelf als vorst. De Servische vorsten na hem breidden de macht uit en de koningstitel werd veranderd in die van tsaar. Dat gebeurde na de coup van ‘tsaar’ Dušan. Langzamerhand ging de gronduitbreiding verloren en 43 jaar na de staatsgreep van Dušan werden de Serven met veel machtsvertoon verslagen door de Osmanen. Op het Merelveld, ook wel Kosovo Polje, waar het land naar genoemd is, werd de sombere toekomstklok voor ruim 500 jaar geluid. Met name grote delen van Kosovo werden ingenomen. En dat feit is een bepalende gebeurtenis in de historie van Servië.
Onderstaand schilderij werd bijna 5 eeuwen later geschilderd dan de werkelijke datum van de veldslag op het Merelveld, die bijdroeg aan het Servische nationalisme. Het werd geschilderd door Adam Stefanovič .
In 1881 volgde uiteindelijk een opstand. Na drie jaar van bloed, zweet en tranen werden de Albanese leiders, omdat Kosovo inmiddels Albanees geworden was, geëxecuteerd. De bewoners van het Kosovaarse gebied kregen meer autonomie. In 1912 en ’13 annexeerde Servië Kosovo weer. Gedurende de Tweede Wereldoorlog gebeurde niet veel met Kosovo. Het had, behalve dat het deel uitmaakte van ‘het land van de uitlokker’, geen speciale verplichtingen aan de Serven. Na de WO I ontstond echter Joegoslavië. Dat was geheel tegen de zin van de Kosovaren, die helaas niets tegen het gezag konden uitrichten. Albanië (hiermee bedoelen we niet Kosovo) viel op 7 april 1939 door de inname van de Italianen. In de WO II kwam hier Kosovo bij. Na de WO II voerde generaal Tito een schrikbewind en schafte de autonomie van Kosovo af. In 1974 werd deze weer ingevoerd, om in 1989 weer te worden afgeschaft.
Anno 1981 volgde nog een kleinschalige opstand. Gedurende de jaren 1996 – 1999 brak een grootschaligere oorlog uit. De etnische Albanezen stichtten door de mislukkingen van Milosevic het Kosovaarse Bevrijdingsleger. Belgrado begon daarna een militair offensief om Kosovo terug onder Servisch gezag te krijgen. De NAVO dreigde tevergeefs met luchtaanvallen, die met succes werden uitgevoerd. Na ruim 2,5 maand capituleerde Servië en terug het haar politie en leger uit Kosovo terug.
Na de verwoestende jaren volgde het bestuur van de United Nation Interim Administration Mission (UNMIK). De NAVO-macht, die bestuurd wordt door de Verenigde Naties, hield een spreekwoordelijk oogje in het zeil.
En opeens was daar de onafhankelijkheidsuitroeping van Kosovo op 17 februari 2008.
Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Dat is wat de meeste mensen zich afvragen. Het antwoord is, na het lezen van deze tekst, heel gemakkelijk. Na vele jaren van onderdrukking door Serven, Osmanen, Bulgaren, Italianen en het dictatoriale bewind van Tito en Milosevic, vonden ze het tijd voor een eigen staat. Verscheidene stammen trokken van hot naar haar in het begin van de bewoning van het gebied dat wij nu de Balkan noemen. Een staat vormen door uiteenlopende stammen die elkaars taal niet eens kunnen spreken, is uitermate geschikt voor een doemscenario. De Kosovaren zijn een echt volk. En het is een natuurlijk principe dat een eigen volk naar een eigen staat verlangt. De Serviërs kunnen niet enkel het standpunt verdedigen: wij hebben ze geholpen op het Merelveld. Ze hadden beter moeten weten.